Leeswijzer
Opzet programma's
Voor u ligt de programmabegroting 2020 van de gemeente Nieuwegein. Deze begroting heeft de gebruikelijke opzet, met een indeling per programma die er schematisch als volgt uitziet:
Voor wat betreft de cijfers wordt per programma een vergelijking gemaakt met die van de begroting 2019. De belangrijkste mutaties worden daarbij verklaard. Kleinere mutaties worden niet toegelicht.
Indicatoren
Om te kunnen meten in hoeverre de in de begroting opgenomen doelen en activiteiten zijn gehaald, zijn in de begroting indicatoren opgenomen. Wij onderscheiden daarbij twee soorten indicatoren:
Effectindicatoren
Effectindicatoren meten de gevolgen van de gerealiseerde doelstellingen. Zij gaan met name over de vraag “Wat willen we bereiken?”. Bijhorende vragen zijn “Wat is het resultaat van het gevoerde beleid?” en “Zijn de gerealiseerde effecten overeenkomstig de streefdoelen?”.
Prestatie-indicatoren
Prestatie-indicatoren hebben betrekking op de vraag “Wat gaan we daarvoor doen?”. De indicator richt zich op het resultaat van ingezette activiteiten en meet in welke mate de doelstelling van het productieproces wordt bereikt. Hierbij is het wel van belang dat de prestatie door de gemeente beïnvloed kan worden.
De realisatie van de indicatoren over 2018 en de waarden van de nulmeting uit 2015 zijn gebruikt om de streefwaarden voor de begroting 2020 te bepalen.
In de Kadernota 2020 is het voorstel gedaan om de planning & controlcyclus aan te passen en de producten verder door te ontwikkelen. Als eerste stap in deze doorontwikkeling hebben we in deze begroting gekozen voor een andere presentatievorm van de indicatoren. In de beleidsprogramma’s staan slechts indicatoren die een directe relatie hebben met de beschreven ambities. De overige indicatoren zijn, samen met de kerngegevens en verplichte BBV indicatoren, opgenomen in bijlage 5. Voor de cyclus van 2021 starten wij een proces waarin we de doorontwikkeling van de P&C-cyclus verder vormgeven, onderdeel hiervan is ook de inhoudelijke evaluatie van de huidige indicatoren.
Toelichting
Onder het kopje 'Wat mag het kosten' is een uitsplitsing naar producten (voorheen taakvelden) opgenomen, waarin de ontwikkeling van de baten en lasten van de begroting 2019 naar de begroting 2020 wordt toegelicht. Hiermee wordt de zelfstandige leesbaarheid van de programma's vergroot. Er ontstaat meer inzicht in de verschillende activiteiten en werkzaamheden die onder een programma plaatsvinden en welk budget hier mee gemoeid is. Deze uitsplitsing is puur informatief. Vaststelling van de programmabegroting 2020 door de gemeenteraad vindt plaats op programmaniveau.
Voor de goede orde wijzen wij erop dat de maatregelen die worden voorgesteld ter verbetering van het begrotingssaldo nog niet in de cijfers bij de programma's zijn verwerkt. Dit zal na vaststelling van de begroting door de raad op 7 november middels de eerste begrotingswijziging gedaan worden.
Omdat alle kosten voor bedrijfsvoering op het programma Bedrijfsvoering zijn verantwoord en er geen doorbelasting naar de andere programma's plaatsvindt, ontstaat in sommige gevallen de vreemde situatie dat baten op een product de lasten ver lijken te overschrijden. Dit komt onder andere voor bij de onderdelen Riolering, Afval en Begraafplaatsen. Voor die onderdelen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen voor een uitgebreide toelichting.
De bedragen in de tabellen zijn afgerond. Door de afrondingen in de tabellen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet volledig aansluiten.