Begroting 2020

Overzicht incidentele baten en lasten

Overzicht incidentele baten en lasten

Materieel evenwicht van de begroting houdt in dat de structurele lasten met structurele baten zijn gedekt. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de incidentele baten en lasten, groter dan € 25.000, die in de begroting 2020 zijn opgenomen.

progr.

Incidentele lasten

2020

2021

2022

2023

1

Kosten nieuwe raad

0

0

48.700

0

2

planontwikkelingskosten

30.785.800

24.018.700

20.398.900

17.412.600

2

Kosten GIP huisvuil

274.100

0

0

0

2

Invoering omgevingswet

116.900

0

0

0

4

Nieuwegein 50 jaar

20.000

80.000

0

0

4

Transformatie sociaal domein

1.958.000

1.263.000

0

0

4

Opvang en begeleiding asielzoekers

73.000

0

0

0

4

Subsidie inwonersinitiatieven

100.000

0

0

0

4

Luifelstede kosten huisvesting

319.700

319.700

183.600

0

6

Informatisering

150.000

0

0

0

6

Professionalisering inkoop

187.000

100.000

0

0

7

Tijdelijke huisvesting onderwijs

150.000

150.000

150.000

0

totaal incidentele lasten

34.134.500

25.931.400

20.781.200

17.412.600

progr.

Incidentele baten

2020

2021

2022

2023

2

Fysieke bedrijfsinfrastructuur

31.061.700

24.294.800

20.665.900

17.693.900

2

Onttrekking voorziening afvalstoffenheffing

277.700

0

0

0

2

Onttrekking voorziening rioolrechten

48.000

0

0

0

4

Statushouders

263.000

263.000

131.000

0

7

Algemene uitkering

73.000

0

0

0

totaal incidentele baten

31.723.400

24.557.800

20.796.900

17.693.900

progr.

Incidentele reservemutaties

2020

2021

2022

2023

reserve

Reserve Nota kapitaalgoederen

-518.400

-16.400

486.700

486.700

reserve

Algemene reserve

269.000

264.600

264.600

264.600

reserve

Reserve Sociaal Domein

2.714.700

430.300

0

0

reserve

Reserve Betere Buurten

-862.700

-836.300

-839.200

-839.200

reserve

Reserve Luchtkwaliteit

30.000

30.000

11.400

11.400

reserve

Reserve Grondbedrijf

-274.000

-274.000

-269.000

-269.000

reserve

Reserve scholen en maatschappelijk vastgoed

150.000

175.000

206.000

0

reserve

Reserve actieplan geluid

40.200

40.200

40.200

40.200

reserve

Reserve Woonwijs

25.000

25.000

25.000

0

reserve

Reserve Opvang instroom statushouders

136.600

133.600

11.600

0

Totaal Incidentele reservemutaties

1.710.400

-28.000

-62.700

-305.300

Incidentele inkomsten (baten en res. mutaties)

33.433.800

24.529.800

20.734.200

17.388.600

Saldo incidentele lasten en baten

700.700

1.401.600

47.000

24.000

Bovenstaand gegevens leiden, in combinatie met de resultaten van de meerjarenbegroting, tot het volgende structurele begrotingssaldo.

Saldo (bedragen x € 1.000) 

2020

2021

2022

2023

Saldo baten en lasten begroting 2020

-7.580

-4.628

-3.885

-3.380

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 

-5.970

-3.958

-3.708

-3.350

Begrotingssaldo na bestemming 

-1.610

-670

-177

-30

Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) 

701

1.402

47

24

Structureel begrotingssaldo 

-909

732

-130

-6

Uit bovenstaande gegevens blijkt dat, met uitzondering van het jaar 2021, de incidentele baten hoger zijn dan de incidentele lasten. Dit betekent dat er voor die jaren geen sprake is van materieel evenwicht. Deze bedragen zijn nog zonder de voorstellen voor de dekking, die wij bij deze begroting doen. Als daarmee rekening wordt gehouden, ontstaat het volgende beeld:

Saldo na aanvullende maatregelen:

2020

2021

2022

2023

Structureel begrotingssaldo 

-909

732

-130

-6

Structurele aanvullende maatregelen

342

442

442

442

Structureel saldo na aanvullende maatregelen

-516

1.174

312

436

Hiermee ontstaat voor alle jaren, behalve de begroting 2020, een materieel sluitende begroting. Dit staat echter op termijn wel onder druk. Op het moment dat de kapitaallasten op grond van de Nota onderhoud kapitaalgoederen en Betere buurten toenemen, zal een groter beroep op de reserves worden gedaan. Wij nemen dit mee bij de Kadernota 2021, waarbij we tot een duurzame oplossing voor de toekomstige kapitaallasten willen komen.
Daar staat tegenover dat de extra middelen voor jeugdzorg en WMO, die op basis van de meicirculaire 2019 zijn ontvangen, niet structureel zijn geraamd voor de jaren 2022 en 2023.

ga terug