Bestuurlijk perspectief
Het bestuurlijk perspectief zoals we in de Kadernota 2020 hebben beschreven, werken we in deze begroting verder uit. In de komende begrotingsperiode richten we ons op het voortzetten en verder uitbouwen van een aantal reeds gestarte projecten. Tegelijkertijd bereiden we ons voor op de periode tot 2040. We willen in deze collegeperiode keuzes maken, die ertoe leiden dat Nieuwegein ook op de lange termijn leefbaar blijft en steeds een beetje mooier wordt. Dit doen we niet alleen. Wij werken samen in de regio en wij betrekken inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers bij wat wij ontwikkelen en uitvoeren.
- Doorbouwen en uitbouwen
De afgelopen jaren heeft de gemeente fors geïnvesteerd in de stad, onder andere doordat we meer investeren in het beheer om achterstanden in de openbare ruimte in te lopen. Daar zetten we nog eens extra op in via het programma Betere Buurten, waarin we samen met inwoners de inrichting van de openbare ruimte beter laten aansluiten op de huidige wensen en behoeften. We gaan verder met de vernieuwing van de onderwijs- en sportaccommodaties. Op deze wijze willen wij Nieuwegein de groene, duurzame en veilige stad laten zijn, waar huidige en volgende generaties graag in goede gezondheid wonen, werken en ondernemen, zoals ook in onze Toekomstvisie 2025 is verwoord.
De komende periode blijven we investeren in de stad. Wij gaan door met het programma Betere Buurten. Inmiddels hebben wij ervaring opgedaan in 5 buurten, waardoor het programma steeds meer vaste routines en patronen kent. In 2020 starten wij met de 6e buurt, Kerkveld en omgeving.
De ontwikkelingen in City krijgen in 2020 steeds meer vorm. De werkzaamheden voor de realisatie van het stationsgebied starten en op de hoek van Herenstraat en Noordstedeweg wordt gestart met de realisatie van koopwoningen.
In het kader van de veilige stad, voeren we verschillende maatregelen uit, waaronder de aanpak van ondermijning. Dit vraagt om brede aandacht, want ondermijning kan de gehele organisatie raken. Bewustwording van de verschijnselen staat hierbij centraal.
In het Sociaal Domein borgen we in de derde fase van de transformatieagenda de drie hoofdlijnen, op basis van de lessen die we de afgelopen jaren hebben geleerd. We stimuleren het integraal werken vanuit een brede toegang, preventie (veerkracht versterken en herstellen) en (vroeg) signalering (van problemen). Dit doen we door samenwerking met en tussen inwoners, maatschappelijke organisaties en professionals te bevorderen. De verwachting is dat de komende periode de effecten nog meer zichtbaar worden. Daarbij ligt ook de uitdaging om de prestaties en beschikbare middelen met elkaar in balans te krijgen.
Ook in onze dienstverlening aan inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners willen we al in gang gezette acties voortzetten. Zo gaan we verder met het programma Dienstverlening, waarmee we onze (digitale) dienstverlening steeds meer verbeteren.
Tegelijkertijd bestaat er ook onzekerheid over een aantal ontwikkelingen. Zo leidt het verbod op het gebruik van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) en de afvoer van PFAS-houdende grond ertoe dat er onzekerheid bestaat over de mate waarin we daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan onze ruimtelijke plannen en grondwerkzaamheden in de komende periode.
- Nieuwegein 2040
Om ook voor de toekomst een leefbare stad te blijven, investeren we de komende periode in duurzaamheid. Met het in het najaar 2019 vastgestelde duurzaamheidsprofiel, is een verbinding gelegd tussen de verschillende beleidsdocumenten op het gebied van duurzaamheid (o.a. energietransitie, klimaatadaptatie, duurzame mobiliteit, maatschappelijk verantwoord inkopen en huishoudelijk afval). Hiermee geven we integraal invulling aan onze duurzaamheidsopgave. In de beleidsbegroting zien we het thema duurzaamheid dan ook in de verschillende beleidsprogramma’s terugkomen.
Veel van de toekomstige opgaven vragen om samenwerking in de regio. De afgelopen periode zijn we intensiever gaan samenwerken in de regio bij ruimtelijke en gezondheidsvraagstukken, met als belangrijkste overkoepelend doel om het gezond stedelijk leven in deze regio te versterken. We schuiven daarin als samenwerkende regio met 16 gemeenten steeds verder op van doelverkennend naar doelrealiserend: van een Ruimtelijk Economische Koers (2017) naar een Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma (REP). Het REP moet antwoord geven op de vraag hoe de regio zich de komende 20 jaar gaat ontwikkelen en welke keuzes hierin worden gemaakt. Het gaat hierbij om keuzes over de opgave om 104.000 woningen, 86.600 arbeidsplaatsen, minimaal 550 hectare recreatie, 50 petajoule duurzame energie te realiseren. En daarnaast een passend mobiliteitssysteem, dat voorziet in zowel de regionale bereikbaarheid als de landelijke doorstroming op het spoor- en wegennet.
Tegelijkertijd ligt er een financiële uitdaging voor de komende periode. De toekomstige opgaven leiden, samen met het noodzakelijke onderhoud van voorzieningen in de stad, tot druk op onze begroting. Dit vraagt om een nadere analyse: hoe dragen we zorg voor een duurzaam financieel evenwicht? Dat is niet alleen een financieel vraagstuk, maar ook een inhoudelijk vraagstuk omdat het altijd samenhangt met inhoudelijke ambities. Hiervoor doen we een voorstel in de Kadernota 2021.
- Samen maken we het verschil
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in samenwerking met inwoners. We passen bij alle grote projecten in meer of mindere mate inwonersparticipatie toe. We gaan verder op de weg co-creatie; samen met de samenleving, de gemeenteraad en de ambtelijke organisatie. Ook inwonersinitiatieven ondersteunen we, daar waar we een rol hebben, op gepaste wijze. Participatie en co-creatie willen we vormgeven aan de hand van de methodiek van 'meervoudig sturen'. Dit betekent dat we in onze samenwerking met de stad bewuster en nog meer dan voorheen aan de voorkant slimme keuzes maken over de wijze waarop we inwoners betrekken bij plannen. Op deze wijze willen we samen met de stad invulling geven aan de inhoudelijke opgaven voor de korte en lange(re) termijn.
Tot slot
In de Kadernota 2020 is het voorstel gedaan om de planning & controlcyclus aan te passen en de producten verder door te ontwikkelen. Als eerste stap in deze doorontwikkeling hebben we in deze begroting gekozen voor een andere presentatievorm van de indicatoren. In de beleidsprogramma’s staan slechts indicatoren die een directe relatie hebben met de beschreven ambities. De overige indicatoren zijn, samen met de kerngegevens en verplichte BBV indicatoren, opgenomen in bijlage 5. Voor de cyclus van 2021 starten wij een proces waarin we de doorontwikkeling van de P&C-cyclus verder vormgeven. Onderdeel hiervan is ook de inhoudelijke evaluatie van de huidige indicatoren.