Product | Treasury | |||||
Rekening 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | |
Lasten | 244 | 4.705 | -655 | -1.463 | -1.121 | -1.121 |
Baten | -647 | -5.442 | -500 | -500 | -500 | -500 |
Saldo | 403 | 736 | 1.155 | 1.963 | 1.621 | 1.621 |
Met ingang van de begroting 2020 vindt op grond van de BBV regels de vastlegging van de werkelijke rentelasten en de aan de investeringen doorbelaste rentekosten gesaldeerd plaats. Voorheen was dit verdeeld over lasten en baten. Het resultaat bestaat nu uit het verschil tussen de genoemde werkelijke rentelasten en de aan de investeringen doorbelaste rentekosten, zowel voor langlopende leningen, kortlopende leningen en lasten uit aandelen.
Door de lage rente op dit moment valt herfinanciering van aflopende geldleningen lager uit, waardoor de gemiddeld betaalde rente daalt, de doorbelasting ijlt hier op na en loopt in de komende jaren op.
De rentebaten zijn vanaf 2020 voor korte en langlopende financieringen en daarnaast baten uit hoofde van aandelen.